bovenstuk

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bo·ven·stuk
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bovenstuk bovenstukken
verkleinwoord bovenstukje bovenstukjes

Zelfstandig naamwoord

bovenstuk o [1]

  1. bovenste stuk van een uit meerdere delen samengesteld voorwerp

Gangbaarheid

  • Het woord bovenstuk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.