bouwfraudezaak

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bouw·frau·de·zaak
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bouwfraudezaak bouwfraudezaken
verkleinwoord bouwfraudezaakje bouwfraudezaakjes

Zelfstandig naamwoord

bouwfraudezaak

  1. (juridisch) een geval van bouwfraude

Gangbaarheid

  • Het woord bouwfraudezaak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.