bouwde vol

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bouwde vol    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈbɑudə ˈvɔl/
Woordafbreking
  • bouw·de vol
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
volbouwen

bouwde (…) vol

  1. enkelvoud verleden tijd van volbouwen
    • Ik bouwde vol. 
    • Jij bouwde vol. 
    • Hij, zij, het bouwde vol. 

Gangbaarheid

  • Het woord bouwde vol staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.