bouwde

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bouw·de

Werkwoord

vervoeging van
bouwen

bouwde

  1. enkelvoud verleden tijd van bouwen
    • Ik bouwde. 
    • Jij bouwde. 
    • Hij, zij, het bouwde. 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.