botanica

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bo·ta·ni·ca
enkelvoud meervoud
naamwoord botanica botanica's
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

botanica v

  1. (beroep) vrouwelijke vorm van botanicus
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord botanica staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
94 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.