bore

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bo·re

Werkwoord

vervoeging van
boren

bore

  1. aanvoegende wijs van boren


Engels

Werkwoord

bore

  1. verleden tijd van bear


Nynorsk

Woordafbreking
  • bore

Werkwoord

bore

  1. voltooid deelwoord van bere
Synoniemen


Slowaaks

Zelfstandig naamwoord

bore

  1. locatief enkelvoud van bor


Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /bɔːrɛ/
Woordafbreking
  • bo·re

Zelfstandig naamwoord

bore

  1. vocatief enkelvoud van bor
Opmerkingen
Uitspraak
  • IPA: /bɔrɛ/
Woordafbreking
  • bo·re

Zelfstandig naamwoord

bore

  1. vocatief enkelvoud van bor
Opmerkingen

Welsh

enkelvoud meervoud
bore boreau

Zelfstandig naamwoord

bore m

  1. morgen
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.