borduren

Nederlands

meisje aan het borduren
Uitspraak
Woordafbreking
  • bor·du·ren
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘figuren naaien’ voor het eerst aangetroffen in 1573 [1]
  • [2]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
borduren
borduurde
geborduurd
zwak -d volledig

Werkwoord

borduren

  1. overgankelijk met naald en draad versieringen aanbrengen op een stuk weefsel
    • In Amsterdam kun je nieuw werk bezichtigen van Michael Raedecker. Geen felle kleuren meer, hij borduurt nu vooral in grijs.[3] 
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
  • borduurkunst, borduurlamp, borduurmachine, borduurnaald, borduurraam, borduursel, borduursteek, borduurwerk, borduurwerker, borduurzijde
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord borduren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.