voortborduren

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • voort·bor·du·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
voortborduren
borduurde voort
voortgeborduurd
zwak -d volledig

Werkwoord

(scheidbaar)
voortborduren

  1. doorgaan met iets, verder uitwerken van iets waarmee iemand (anders) begonnen is
    • Verscheidene wetenschappers hebben voortgeborduurd op zijn ideeën. 
    • De sprekers borduurden voort op het thema van de dag. 

Gangbaarheid

  • Het woord voortborduren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
93 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.