boomtak

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • boom·tak
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord boomtak boomtakken
verkleinwoord boomtakje boomtakjes

Zelfstandig naamwoord

boomtak m

  1. Deel van een boom dat ontspringt uit de stam of andere takken en eindigt voor de twijgjes waaraan de bladeren zitten.
    • Groeit een slingerplant om een boomtak, dan kan die tak zo sterk worden ingesnoerd dat hij zelf een spiraalvorm krijgt. 

Gangbaarheid

  • Het woord boomtak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
91 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.