boomstronk
Een boomstronk.
Nederlands
Woordafbreking
- boom·stronk
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van boom en stronk
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | boomstronk | boomstronken |
verkleinwoord | boomstronkje | boomstronkjes |
Zelfstandig naamwoord
boomstronk m
- (plantkunde) (afgezaagde) stam van een boom
- In het bos moesten we steeds over boomstronken heen stappen.
Gangbaarheid
- Het woord boomstronk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'boomstronk' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.