boomkenner
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: boomkenner (hulp, bestand)
- IPA:
- (Noord-Nederland): /ˈbom.kɛ.nər/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈbom.kɛ.nər/
Woordafbreking
- boom·ken·ner
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van boom en kenner
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | boomkenner | boomkenners |
verkleinwoord | boomkennertje | boomkennertjes |
Zelfstandig naamwoord
boomkenner m
- iemand met een grote kennis van bomen
- Volgens de boomkenner is dit een echte laurierwilg.
Gangbaarheid
- Het woord 'boomkenner' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.