bonnet
![](../I/m/Christoph_Sch%C3%B6nborn_Card.jpg)
Kardinaal Schönborn met bonnet
Nederlands
Woordafbreking
- bon·net
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘muts’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1477 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bonnet | bonnetten |
verkleinwoord | bonnetje | bonnetjes |
Zelfstandig naamwoord
bonnet v/m
- De bonnet van een kardinaal heeft vier opstaande randen.
![](../I/m/Kankrina_Ekaterina.jpg)
Woman with bonnet
Gangbaarheid
- Het woord bonnet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'bonnet' herkend door:
62 % | van de Nederlanders; |
60 % | van de Vlamingen. |
Engels
Frans
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.