bonnetje

Nederlands

Uitspraak

(klemtoonhomogram)

Woordafbreking
  • [1] bon·ne·tje
  • [2] bon·net·je

Zelfstandig naamwoord

bónnetje o

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord bon

bonnétje o

  1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord bonnet
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.