boetekleed
Nederlands
Woordafbreking
- boe·te·kleed
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van boete en kleed
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | boetekleed | boetekleden |
verkleinwoord | boetekleedje | boetekleedjes |
Zelfstandig naamwoord
boetekleed o [1]
- (religie) gewaad waarin sommige boetelingen zich hullen
- Katholieken dragen het boetekleed om boete te doen voor eigen of andermans zonden. Zij vinden het een middel om uit vrije wil een beetje te delen in het lijden van Christus
Gangbaarheid
- Het woord boetekleed staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'boetekleed' herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.