bloeitijd

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bloei·tijd
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bloeitijd bloeitijden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

bloeitijd m

  1. de periode van het jaar dat er bloemen aan een plant bloeien
    • De bloeitijd van de heide is in juli en augustus. 
  1. de hoogtij van iets
    • De bloeitijd van Nederland was in de 17de eeuw. 

Gangbaarheid

  • Het woord bloeitijd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.