bleekscheet

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bleek·scheet
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bleekscheet bleekscheten
verkleinwoord bleekscheetje bleekscheetjes

Zelfstandig naamwoord

bleekscheet m [2]

  1. zeer bleek persoon
  2. blanke, bleekgezicht

Gangbaarheid

  • Het woord bleekscheet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.