blast

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • blast
Woordherkomst en -opbouw
  • van het Griekse 'blastos' (spruit, loot, het kiemen)
enkelvoud meervoud
naamwoord blast blasten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

blast m

  1. (medisch) moedercel
Hyponiemen
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord blast blasts
verkleinwoord - -

blast m

  1. (sport) explosieve slag

Gangbaarheid

  • Het woord 'blast' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.