bitsheid

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bitsheid    (hulp, bestand)
  • IPA: /bɪtsɦɛit/
Woordafbreking
  • bits·heid
Woordherkomst en -opbouw
  • Afleiding van bits met het achtervoegsel -heid.
enkelvoud meervoud
naamwoord bitsheid bitsheden
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

bitsheid v

  1. het bits zijn of zo overkomen
    • De bitsheid van die vrouw irriteert veel mensen. 
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord bitsheid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
87 %van de Nederlanders;
82 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.