binnenwerk
Nederlands
Woordafbreking
- bin·nen·werk
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van binnen en werk
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | binnenwerk | binnenwerken |
verkleinwoord | binnenwerkje | binnenwerkjes |
Zelfstandig naamwoord
binnenwerk o
- interieur, het inwendige van een product, dat wat niet tot de omslag behoort
- De jongen haalde de wekker uit elkaar want hij wilde het binnenwerk bestuderen.
Gangbaarheid
- Het woord binnenwerk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'binnenwerk' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.