binnenwerk

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bin·nen·werk
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord binnenwerk binnenwerken
verkleinwoord binnenwerkje binnenwerkjes

Zelfstandig naamwoord

binnenwerk o

  1. interieur, het inwendige van een product, dat wat niet tot de omslag behoort
    • De jongen haalde de wekker uit elkaar want hij wilde het binnenwerk bestuderen. 

Gangbaarheid

  • Het woord binnenwerk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.