bijzetten
Nederlands
Woordafbreking
- bij·zet·ten
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bij en zetten
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
bijzetten |
zette bij |
bijgezet |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
bijzetten
- overgankelijk een laatste rustplaats geven
- Hij werd bijgezet in het familiegraf.
- overgankelijk (scheepvaart) zeilen ~: zeilen ontvouwen om meer wind te vangen
- Er werden nog een aantal zeilen bijgezet omdat de wind afzwakte.
Uitdrukkingen en gezegden
- alle zeilen bijzetten.
alle middelen inzetten om een doel te bereiken
- kracht bijzetten aan iets
een middel aanwenden om een bepaalde zaak te steunen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
bijzetten |
bijzetten
- (in een bijzin) meervoud verleden tijd van bijzetten
- ...dat wij bijzetten.
- ...dat jullie bijzetten.
- ...dat zij bijzetten.
- ...dat wij bijzetten.
Gangbaarheid
- Het woord bijzetten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'bijzetten' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.