bijvullen
Nederlands
![](../I/m/Fill_er_up_(427089917).jpg)
bijvullen van een locomotief
Woordafbreking
- bij·vul·len
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bij en vullen
Werkwoord
bijvullen [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
bijvullen |
vulde bij |
bijgevuld |
zwak -d | volledig |
- iets wat niet meer helemaal vol is voller maken
- De truc van Volkswagen kennen we. Volkswagen bouwde in dieselauto’s software die merkt wanneer de auto op de rollenbank een testrit rijdt. Zo ja, dan maakt de auto het uitlaatgas schoon. Zo nee, dan niet. Dat scheelt vermogen, brandstof en vervelende vloeistoffen die je moet bijvullen. Maar de lucht wordt er wel viezer van. Volkswagen gaf de fraude toe en moet nu miljardenboetes betalen, auto’s repareren en talloze rechtszaken afhandelen. [2]
Gangbaarheid
- Het woord bijvullen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'bijvullen' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.