bijladen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bij·la·den
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
bijladen
laadde bij
bijgeladen
zwak -d

gemengd

volledig

Werkwoord

bijladen [1]

  1. overgankelijk (iets) aan de lading toevoegen
  2. overgankelijk de lading van een accu aanvullen
Afgeleide begrippen
  • bijlading

Gangbaarheid

  • Het woord bijladen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
94 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.