bijlopen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bij·lo·pen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
bijlopen
liep bij
bijgelopen
klasse 7 volledig

Werkwoord

bijlopen

  1. up-to-date zijn, geen achterstand hebben
    • Na een nacht hard doorwerken liep hij weer helemaal bij met zijn administratie. 

Gangbaarheid

  • Het woord 'bijlopen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
93 %van de Nederlanders;
90 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.