bijholte
Nederlands
Woordafbreking
- bij·hol·te
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bij en holte
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bijholte | bijholten, bijholtes |
verkleinwoord | bijholtetje | bijholtetjes |
Zelfstandig naamwoord
bijholte v
- (anatomie) een holte in het voorhoofd, de bovenkaak of het zeefbeen
Synoniemen
- [1] neusbijholte
Vertalingen
1. holte
Gangbaarheid
- Het woord bijholte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'bijholte' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
86 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.