bijenkast

Nederlands

Bijenkasten in een bijenstal
Uitspraak
Woordafbreking
  • bij·en·kast
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bijenkast bijenkasten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

bijenkast v / m [1]

  1. kast waarin bijen wonen, geïnstalleerd door een bijenhouder om honing en was verzamelen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord bijenkast staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.