bibliotheek

[1] Een bibliotheek (vertrek in een gebouw)
[2] Een bibliotheek (uitleenbibliotheek)

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bi·blio·theek
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘plaats met verzameling boeken’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1552 [1]
  • met het voorvoegsel biblio- met het achtervoegsel -theek
enkelvoud meervoud
naamwoord bibliotheek bibliotheken
verkleinwoord bibliotheekje bibliotheekjes

Zelfstandig naamwoord

bibliotheek v

  1. een plaats waar boeken verzameld staan
    • Ga jij vaak boeken bekijken in een bibliotheek? 
  1. een instelling die boeken en andere media aan het publiek uitleent of ter inzage biedt
    • In de bibliotheek kun je nu ook dvd's halen. 
    • Mijn dochter had zich voorgenomen om alle kinderboeken uit de bibliotheek te lezen, dus kwamen we er regelmatig. [2] 
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Typische woordcombinaties
  • [2]: openbare bibliotheek
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord bibliotheek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.