bezoeking
Nederlands
Woordafbreking
- be·zoe·king
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bezoeking | bezoekingen |
verkleinwoord | bezoekinkje | bezoekinkjes |
Zelfstandig naamwoord
bezoeking v
- het bezocht worden door een kwelgeest
- overdrachtelijk een zaak die als een kwelling ervaren wordt
- Die bureaucratische regeltjes zijn een echte bezoeking.
Gangbaarheid
- Het woord bezoeking staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'bezoeking' herkend door:
92 % | van de Nederlanders; |
76 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.