bezoeking

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·zoe·king
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van bezoeken met het achtervoegsel -ing
enkelvoud meervoud
naamwoord bezoeking bezoekingen
verkleinwoord bezoekinkje bezoekinkjes

Zelfstandig naamwoord

bezoeking v

  1. het bezocht worden door een kwelgeest
  2. overdrachtelijk een zaak die als een kwelling ervaren wordt
    • Die bureaucratische regeltjes zijn een echte bezoeking. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord bezoeking staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
92 %van de Nederlanders;
76 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.