bezitting
Nederlands
Woordafbreking
- be·zit·ting
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bezitting | bezittingen |
verkleinwoord | bezittinkje | bezittinkjes |
Zelfstandig naamwoord
bezitting v
- dat wat iemand in eigendom heeft, dat wat van iemand is
- Hij heeft niet veel bezittingen.
Gangbaarheid
- Het woord bezitting staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'bezitting' herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.