bezinking

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·zin·king
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van bezinken met het achtervoegsel -ing
enkelvoud meervoud
naamwoord bezinking bezinkingen
verkleinwoord bezinkinkje bezinkinkjes

Zelfstandig naamwoord

bezinking v [1] [2]

  1. het bezinken waarna zich bezinksel vormt
  2. (medisch) bezinkingssnelheid van de erythrocyten van het bloed, BSE, erytrocytbezinkingssnelheid, bloedbezinking
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
  • bezinkingssnelheid
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord bezinking staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.