bewaking

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bewaking    (hulp, bestand)
  • IPA:
    • (Noord-Nederland): /bə.ˈʋa.kɪŋ/
    • (Vlaanderen, Brabant): /bə.ˈβ̞a.kɪŋ/
    • (Limburg): /bə.ˈwa.kɪŋ/
Woordafbreking
  • be·wa·king
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van bewaken met het achtervoegsel -ing
enkelvoud meervoud
naamwoord bewaking bewakingen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

bewaking v

  1. het beveiligen van iets of iemand
  2. het opletten op iets of iemand
  3. de mensen of de systemen die iets beveiligen
  4. de mensen of de systemen die ergens op letten of op iemand letten
    • Kijk uit voor de bewaking, anders worden we gesnapt! 
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord bewaking staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.