bevatting

Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
  • be·vat·ting
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van bevatten met het achtervoegsel -ing
enkelvoud meervoud
naamwoord bevatting bevattingen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

bevatting [1]

  1. het bevatten
Afgeleide begrippen
Vertalingen
    1.   

Gangbaarheid
  • Het woord 'bevatting' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
94 %van de Nederlanders;
92 %van de Vlamingen.

Verwijzingen
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.