betrokken
Nederlands
Woordafbreking
- be·trok·ken
Woordherkomst en -opbouw
- vervoeging van betrekken: de stam met de uitgang -en, zonder ge- vanwege voorvoegsel (is gelijk aan de onbepaalde wijs) maar met een klinkerwisseling e-o (/ɛ/ - /ɔ/)
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | betrokken | betrokkener | betrokkenst |
verbogen | betrokkenste | ||
partitief | betrokkens | - | - |
Bijvoeglijk naamwoord
betrokken
- die erbij horen
- De betrokken ouders werden door de leerkracht ingelicht.
- er met veel gevoel bij horen
- De arts gaf het slechte nieuws met een betrokken gelaat.
Uitdrukkingen en gezegden
- betrokken zijn bij
Vertalingen
1. die erbij horen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
betrekken |
betrokken
- meervoud verleden tijd van betrekken
- Wij betrokken.
- Jullie betrokken.
- Zij betrokken.
- Wij betrokken.
- voltooid deelwoord van betrekken
Gangbaarheid
- Het woord betrokken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'betrokken' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.