bestwil
Nederlands
Woordafbreking
- best·wil
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van best en wil [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bestwil | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
bestwil v/m
- om ~ gerechtvaardigd door het goede doel
- Dat was een leugentje om bestwil, maar het bleef wel een leugen.
- eigen ~ in eigen belang ondanks bezwaren
- Het mensenrecht om, ter bescherming van zichzelf, al dan niet vrijwillig, maar steeds voor eigen bestwil, door de overheid gecorrigeerd te mogen worden op zindelijke en correcte opvattingen en meningsuitingen.[2]
- De psychiatrische patiënt moest voor eigen bestwil gedwongen worden opgenomen in een kliniek.
Gangbaarheid
- Het woord bestwil staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'bestwil' herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- bestwil op website: Etymologiebank.nl
- Een door allejezus.net aan Hirsch Ballin toegeschreven uitspraak
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.