beschimpen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·schim·pen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
beschimpen
beschimpte
beschimpt
zwak -t volledig

Werkwoord

beschimpen

  1. overgankelijk met scheldwoorden overladen
    • Hij werd beschimpt en bespot. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord beschimpen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
93 %van de Nederlanders;
94 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.