beschimpen
Nederlands
Woordafbreking
- be·schim·pen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
beschimpen |
beschimpte |
beschimpt |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
beschimpen
- overgankelijk met scheldwoorden overladen
- Hij werd beschimpt en bespot.
Vertalingen
1. met scheldwoorden overladen
Gangbaarheid
- Het woord beschimpen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'beschimpen' herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.