beroeren

Nederlands

Uitspraak
naamwoord van handeling
zelfstandig bijvoeglijk
beroerenberoerend
beroeringberoerd
Woordafbreking
  • be·roe·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
beroeren
beroerde
beroerd
zwak -d volledig

Werkwoord

beroeren

  1. overgankelijk onrust veroorzaken, in onrustige beweging brengen
    • De komst van de grote groep motorrijders beroerde de gemoederen in het kleine dorpje. 
  1. overgankelijk aanraken
    • In de beschutting van het struikgewas betraden zij voor het eerst het pad van de liefde en beroerden elkaars lippen. 
Synoniemen
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord beroeren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.