berkenbos

Nederlands

Niet te verwarren met: Berkenbos
berkenbos
Uitspraak
Woordafbreking
  • ber·ken·bos
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord berkenbos berkenbossen
verkleinwoord berkenbosje berkenbosjes

Zelfstandig naamwoord

berkenbos o [1]

  1. een bos dat vooral berken bevat
    • Beeld je een dichtbegroeid bos in met veel schaduw dat thuis lijkt te horen in een sprookje en waar op ieder moment een hobbit kan verschijnen. Kleur vervolgens de grond bloedrood en de lucht in duizend kleuren groen en okergeel en je krijgt: la Selva de Irati. Dit tweede grootste en best bewaarde berkenbos van Europa (na het Zwarte Woud in Duitsland) is meer dan de moeite waard.[2] 
    • Het grootste overblijfsel, de Groote Peel, ligt enkele kilometers voorbij het plaatsje Neerkant. Wij rijden er gauw even naar toe, want ook hier is de aanblik magisch. Vennen, rietkragen, berkenbosjes, plassen en vlaktes vol pijpenstrootje kenmerken het uitzicht in het Nationaal Park De Peel.[3] 

Gangbaarheid

  • Het woord berkenbos staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. de Telegraaf 07 nov. 2014 Verrassend in Spanje
  3. de Telegraaf JOHN HAGENS 17 nov. 2012 De Peel: Spookachtig mooi
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.