berger

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ber·ger
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van bergen met het achtervoegsel -er
enkelvoud meervoud
naamwoord berger bergers
verkleinwoord bergertje bergertjes

Zelfstandig naamwoord

berger m

  1. (beroep) (scheepvaart) iemand die gezonken schepen bergt

Gangbaarheid

  • Het woord berger staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
87 %van de Nederlanders;
69 %van de Vlamingen.

Meer informatie


Noors

Woordafbreking
  • ber·ger
Naar frequentie 10425

Werkwoord

berger

  1. tegenwoordige tijd van berge


Nynorsk

Woordafbreking
  • ber·ger

Zelfstandig naamwoord

berger, mv

  1. onbepaalde vorm nominatief meervoud van berg
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.