bendelid

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ben·de·lid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bendelid bendeleden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

bendelid o [1]

  1. lid van een misdadige organisatie
    • Bij grote onenigheden in het criminele circuit schieten bendeleden elkaar dood. 

Gangbaarheid

  • Het woord bendelid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.