bendelid
Nederlands
Woordafbreking
- ben·de·lid
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van bende en lid
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bendelid | bendeleden |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
bendelid o [1]
- lid van een misdadige organisatie
- Bij grote onenigheden in het criminele circuit schieten bendeleden elkaar dood.
Gangbaarheid
- Het woord bendelid staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'bendelid' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.