bemiddeling
Nederlands
Woordafbreking
- be·mid·de·ling
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van bemiddelen met het achtervoegsel -ing [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bemiddeling | bemiddelingen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
bemiddeling v
- het tussenbeide komen om tot een overeenkomst te komen
- Hij zou de bemiddeling regelen tussen die twee personen.
Hyponiemen
- arbeidsbemiddeling, buurtbemiddeling, conflictbemiddeling, echtscheidingsbemiddeling, overheidsbemiddeling, relatiebemiddeling, schuldbemiddeling, wachtlijstbemiddeling
Vertalingen
1. het tussenbeide komen om tot een overeenkomst te komen
Gangbaarheid
- Het woord bemiddeling staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'bemiddeling' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.