beleving
Nederlands
Woordafbreking
- be·le·ving
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | beleving | belevingen |
verkleinwoord | belevinkje | belevinkjes |
Zelfstandig naamwoord
beleving v
- ondervinding, ervaring; wat men zelf heeft meegemaakt
- Beleving, daar gaat het om, toch?
- Het is een hele beleving.
Hyponiemen
- godbeleving, natuurbeleving, tijdsbeleving
Afgeleide begrippen
- belevingswereld
Gangbaarheid
- Het woord beleving staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'beleving' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.