bekopen

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bekopen    (hulp, bestand)
  • IPA: /bəˈkopə(n)/
Woordafbreking
  • be·ko·pen
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van kopen met het voorvoegsel be-
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
bekopen
/bə'kopə(n)/
bekocht
/bə'kɔxt/
bekocht
/bə'kɔxt/
zwak -cht volledig

Werkwoord

bekopen

  1. overgankelijk iets ~ met een prijs ergens voor betalen
    • Hij bekocht het met de dood. Hij overleed door de gevaarlijke actie hij had ondernomen. 
Uitdrukkingen en gezegden
    • Gisteren hebben we lekker op het strand gelegen, maar vandaag moesten we dat met een pijnlijk rode huid bekopen. 
  • iets met rake klappen bekopen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord bekopen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.