bederf
Nederlands
Zelfstandig naamwoord
bederf o
- een proces van aantasting en verslechtering dat iets onbruikbaar maakt
- Een koelkast beschermt etenswaar enige tijd tegen bederf.
Hyponiemen
- beenbederf, milieubederf, prijsbederf, spelbederf, taalbederf, tandbederf, zedenbederf
Vertalingen
1. een proces van aantasting en verslechtering dat iets onbruikbaar maakt
Gangbaarheid
- Het woord bederf staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'bederf' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Afrikaans
stamtijd | |
---|---|
infinitief | voltooid deelwoord |
bederf |
bederf |
volledig |
Werkwoord
bederf
- overgankelijk bederven
- «Te veel melk bederf hul eetlus.»
- Te veel melk bederft hun eetlust.
- «Te veel melk bederf hul eetlus.»
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.