bederf

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • be·derf
enkelvoud meervoud
naamwoord bederf -
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

bederf o

  1. een proces van aantasting en verslechtering dat iets onbruikbaar maakt
    • Een koelkast beschermt etenswaar enige tijd tegen bederf. 
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord bederf staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Werkwoord

vervoeging van
bederven

bederf

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bederven
    • Ik bederf. 
  2. gebiedende wijs van bederven
    • Bederf! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van bederven
    • Bederf je? 


Afrikaans

stamtijd
infinitief voltooid
deelwoord
bederf
bederf
volledig

Werkwoord

bederf

  1. overgankelijk bederven
  1. «Te veel melk bederf hul eetlus.»
    Te veel melk bederft hun eetlust.
Verwante begrippen
enkelvoud meervoud
naamwoord bederf -

Zelfstandig naamwoord

bederf

  1. bederf
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.