beckmörk

Zweeds

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
  • mörk
Woordherkomst en -opbouw
  • Samenstelling van het Zweedse zelfstandige naamwoord beck en het Zweedse bijvoeglijke naamwoord mörk
Naar frequentie zeldzaam
A: nominatief stellend vergrotend overtreffend
onbepaald /
sterk
g enkelvoud beckmörk beckmörkare beckmörkast
o enkelvoud beckmörkt
meervoud beckmörka
bepaald / zwak
alle vormen beckmörka beckmörkare beckmörkaste
bep. enkelvoud bij een
mannelijke persoon of
een mannelijk dier ook:
beckmörke
B: genitief stellend vergrotend overtreffend
onbepaald /
sterk
g enkelvoud beckmörks beckmörkares beckmörkasts
o enkelvoud beckmörkts
meervoud beckmörkas
bepaald / zwak
alle vormen beckmörkas beckmörkares beckmörkastes
bep. enkelvoud bij een
mannelijke persoon of
een mannelijk dier ook:
beckmörkes

Bijvoeglijk naamwoord

beckmörk

  1. aardedonker, pikdonker, stikdonker
Synoniemen
  • kolmörk
  • kolsvart
Afgeleide begrippen
  • beckmörker
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.