beauty
Nederlands
Woordafbreking
- beau·ty
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘schoonheid’ voor het eerst aangetroffen in 1903 [1]
- Overgenomen uit het Engels
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | beauty | beauty's |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
beauty v
- een heel mooi uitziende vrouw
- een schoonheid
- De merrie was een echte beauty.
Gangbaarheid
- Het woord beauty staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'beauty' herkend door:
92 % | van de Nederlanders; |
86 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.