bazin
Nederlands
Woordafbreking
- ba·zin
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bazin | bazinnen |
verkleinwoord | bazinnetje | bazinnetjes |
Zelfstandig naamwoord
bazin v
- vrouwelijke baas
- De kat zoekt een nieuw baasje of bazinnetje.
- Aan de bar dronk ik samen met de bazin van het café een biertje.
Gangbaarheid
- Het woord bazin staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'bazin' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.