basiswet
Nederlands
Woordafbreking
- ba·sis·wet
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van basis zn en wet zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | basiswet | basiswetten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
basiswet v/m
- een belangrijke wet waaruit andere wetten ontstaan zijn; voorganger van een echte grondwet
- Wat zij, en velen met haar, ’populisme’ noemen is uiteindelijk gevoed door het feit dat er groeperingen zijn die onze basiswetten en basisrechten willen torpederen.[1]
- Er is slechts een soort voorlopige basiswet in afwachting van een nieuwe grondwet. De militaire junta die Mubarak opzijschoof heeft de bevoegdheden van de president in de basiswet, vlak voor Mursi's aantreden, verder ingeperkt.[2]
Gangbaarheid
- Het woord basiswet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'basiswet' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- de Telegraaf 09 feb. 2018 ’Populisme na afwijzen waarden’
- de Telegraaf 08 nov. 2012 Hof in Caïro oordeelt niet over machtsstrijd
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.