baseball

Een terrein in Amsterdam waar het baseball wordt beoefend.
De baseball ligt in het gras.

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  baseball    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈbesbɔl/
Woordafbreking
  • base·ball
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘honkbal’ voor het eerst aangetroffen in 1912 [1]
  • van Engels baseball [2][3]
enkelvoud meervoud
naamwoord baseball -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

baseball o

  1. (sport) veldsport met twee ploegen, die om de beurt de gelegenheid hebben om punten te maken door een toegeworpen bal met een knuppel weg te slaan en dan langs de vier zijden van een vierkant naar het beginpunt terug te rennen, terwijl de andere ploeg deze bal probeert te vangen en met die bal spelers van de andere partij die niet op een hoekpunt van het vierkant staan uit te schakelen
Synoniemen
  • honkbal
enkelvoud meervoud
naamwoord baseball baseballs
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

baseball m

  1. (sport) bal waarmee honkbal wordt gespeeld

Werkwoord

vervoeging van
baseballen

baseball

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van baseballen
    • Ik baseball. 
  2. gebiedende wijs van baseballen
    • Baseball! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van baseballen
    • Baseball je? 

Gangbaarheid

  • Het woord baseball staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
95 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

Engels

Uitspraak
enkelvoud meervoud
baseball baseballs

Zelfstandig naamwoord

baseball

  1. honkbal
Overerving en ontlening
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.