bankbrief

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bankĀ·brief
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bankbrief bankbrieven
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

bankbrief m [1]

  1. papier geld
    • In Frankfurt is vanmiddag het nieuwe biljet van 20 euro gepresenteerd. President Mario Draghi onthulde het nieuwe bankbriefje tijdens een korte plechtigheid. [2] 
    • De Britse oorlogspremier Winston Churchill prijkt vanaf 2016 op het Britse bankbiljet van 5 pond. Dat heeft de Bank of England vrijdag bekendgemaakt. Churchill (1874-1965) is dan de enige politicus uit de moderne tijd op een Brits bankbriefje. Op dit moment is de gevangenishervormster Elizabeth Fry het gezicht van het biljet van 5 pond. [3] 
    • Bij de heropende zoektocht naar de waarheid stootte de politie op vier niet-ontwikkelde filmrolletjes. De nieuwe foto's tonen behalve een zonnebril, sigaretten en bankbriefjes vooral drugsattributen zoals een lepel en naalden. [4] 
  1. door een bank uitgegeven obligatie
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord bankbrief staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
90 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.