bakzeil

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  bakzeil    (hulp, bestand)
  • IPA: /'bɑksɛɪl/
Woordafbreking
  • bak·zeil
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord bakzeil
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

bakzeil o

  1. een zeil dat aan bakboord gevoerd wordt, en dat de schipper verplicht voorrang te verlenen
    • Hij moest bakzeil halen. 
    «Hij zag zich gedwongen (toch) de tegenpartij voor te laten gaan»
Afgeleide begrippen
  • bakzeilhalen
Verwante begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
  • Bakzeil halen
moeten toegeven

Gangbaarheid

  • Het woord bakzeil staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
94 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.