bakkerin

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bak·ke·rin
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van bakker met het achtervoegsel -in
enkelvoud meervoud
naamwoord bakkerin bakkerinnen
verkleinwoord bakkerinnetje bakkerinnetjes

Zelfstandig naamwoord

bakkerin v

  1. (beroep) een vrouw die brood en taarten bakt om ze te verkopen
Verwante begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord bakkerin staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
45 %van de Nederlanders;
86 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.